Deze website gebruikt cookiesBekijk voorwaarden

Minimumloon en CAO-stijging 2025: Wat betekent het voor de arbeidsmarkt en MKB Nederland?

Als doorgewinterde recruiters zien we het elk jaar voorbij komen: de jaarlijkse stijging van het minimumloon. En ja, ook voor 2025 staat er weer een verhoging op de planning, met impact op alle sectoren, van het grote bedrijfsleven tot het MKB. Maar wat betekent deze stap precies voor de arbeidsmarkt en voor ondernemers in Nederland? Het minimumloon en de cao-verhogingen brengen voordelen én uitdagingen met zich mee. Wij duiken in de cijfers en trends, zodat jij weet wat je kunt verwachten en welke kansen er liggen.

Wat gebeurd er met het minimumloon én cao-beloning per 2025?

Per 1 januari 2025 stijgt het wettelijk minimumloon in Nederland met 2,75%*. Het minimumuurloon voor werknemers van 21 jaar en ouder gaat omhoog van €13,68 naar €14,06 per uur*.

Minimumloon per leeftijdscategorie

Het nieuwe minimumloon per uur voor verschillende leeftijdscategorieën is te zien in de tabel.

Leeftijd

Minimumloon per uur

21+ jaar

€14,06

20 jaar

€11,25

19 jaar

€8,44

18 jaar

€7,03

17 jaar

€5,55

16 jaar

€4,85

15 jaar

€4,22

Indexatie en cao-lonen

Vanaf 1 januari 2024 is er één duidelijke norm: werkgevers moeten werknemers minimaal het minimumuurloon betalen, ongeacht de werkweeklengte. Dit brengt meer uniformiteit in de toepassing van het minimumloon in alle sectoren. Daarnaast wordt het minimumloon halfjaarlijks aangepast, waarbij het meestijgt met de cao-lonen. De volgende verhoging staat gepland voor 1 juli 2025. Hoewel de exacte stijging per sector kan verschillen, blijven de cao-afspraken meespelen in het minimumloon. Dit betekent dat stijgende cao-lonen ook het minimumloon omhoog duwen. Aangezien de impact per sector en cao-afspraak kan verschillen is het belangrijk ontwikkelingen in de gaten te houden.

Minimumloon verhoging flinke uitdaging voor MKB Nederland

MKB-Nederland ziet de verhoging van het minimumloon als een grote opgave voor haar leden, vooral binnen arbeidsintensieve sectoren. De organisatie pleit voor een aanpak die beter in balans is: eentje die niet alleen de koopkracht van werknemers verbetert, maar ook oog heeft voor de financiële draagkracht van kleine en middelgrote bedrijven.

Verlaging van belastingen en premies

MKB-Nederland ziet het verlagen van belastingen en premies als een goede oplossing om de koopkracht van werknemers te vergroten. Zo houden werknemers meer netto over, zonder dat dit extra druk legt op werkgevers. Alhoewel dit mogelijk is vraagt deze regeling wel om een aantal belangrijke afwegingen. We hebben de hoofdpunten op een rij gezet.

  • Gerichte aanpak Een verlaging van belastingen en premies specifiek voor minimumloonverdieners kan hun koopkracht versterken zonder dat dit direct extra kosten voor werkgevers met zich meebrengt. Dit maakt het een doelgerichtere maatregel dan een algemene verhoging van het minimumloon.

  • Uitvoerbaarheid Het is technisch mogelijk om belastingvoordelen of premiekortingen te richten op bepaalde inkomensgroepen. Nederland kent al inkomensafhankelijke regelingen, zoals toeslagen en heffingskortingen, waardoor er mogelijkheden zijn om de uitvoering in te richten.

  • Grenseffecten Een potentiële valkuil van een gerichte maatregel zijn grenseffecten: werknemers die net iets boven het minimumloon verdienen, zouden in sommige gevallen netto minder kunnen overhouden dan werknemers op het minimumloon, wat tot scheve verhoudingen kan leiden.

  • Administratieve lasten Specifieke regelingen leiden vaak tot een hogere administratieve belasting voor werkgevers én de overheid, wat de uitvoering van de maatregel complexer maakt.

  • Bredere impact Door belastingen en premies voor minimumloonverdieners te verlagen, kan de druk op loonstijgingen voor werkgevers afnemen, wat hen helpt de loonkosten te beheersen.

  • Bestaande instrumenten In Nederland bestaan al instrumenten zoals het Lage Inkomensvoordeel (LIV), waarmee werkgevers worden ondersteund wanneer ze werknemers met lagere inkomens in dienst hebben. Dergelijke regelingen kunnen mogelijk worden uitgebreid om de maatregel verder te versterken.

  • Politieke haalbaarheid De politieke realisatie hangt af van de invulling en de effecten van de maatregel op het belastingstelsel en de overheidsfinanciën. Bij de besluitvorming zal de verdeling van de lasten over verschillende inkomensgroepen een belangrijke factor zijn.

Verhogen van koopkracht

Er zijn diverse gerichte maatregelen om de koopkracht te verhogen die een goed alternatief kunnen vormen voor een algemene minimumloonstijging. Enkele mogelijkheden zijn:

  • Verhoging van de arbeidskorting Deze belastingkorting voor werkenden stijgt mee met het inkomen tot een bepaald maximum. Een verhoging zou vooral werkenden met lagere inkomens ondersteunen.

  • Verhoging van de algemene heffingskorting Deze korting geldt voor iedereen, maar heeft grotere impact op lagere inkomens. Een verhoging zou de koopkracht in deze groep kunnen versterken.

  • Uitbreiding van het Lage Inkomensvoordeel (LIV) Door werkgevers met werknemers in lage inkomens te ondersteunen, kan een uitbreiding van het LIV hen stimuleren om hogere lonen te betalen zonder concurrentiepositie te verliezen.

  • Gerichte toeslagen Hoewel het toeslagenstelsel complex is, kunnen toeslagen zoals huur- of zorgtoeslag worden verhoogd of verruimd voor lage inkomens.

  • Verlaging van de inkomstenbelasting in de eerste schijf Dit zou alle werkenden ten goede komen, maar lagere inkomens zouden hier relatief meer voordeel van hebben.

  • Verhoging van de kinderopvangtoeslag Specifiek gericht op werkende ouders met lagere inkomens, zou dit de koopkracht van deze groep kunnen verbeteren.

  • Energietoeslag voor lage inkomens Een gerichte toeslag om stijgende energiekosten te compenseren voor huishoudens met lagere inkomens.

  • Verlaging van de btw op basisbehoeften Dit zou de kosten van primaire levensbehoeften drukken, wat relatief meer impact heeft op huishoudens met lagere inkomens.

  • Uitbreiding van de werkkostenregeling Hiermee kunnen werkgevers meer onbelaste vergoedingen en verstrekkingen geven aan hun werknemers.

  • Invoering van een progressieve werkgeverspremie Dit zou werkgevers minder premies laten betalen voor werknemers met lagere lonen, wat ruimte schept voor hogere nettolonen.

Deze maatregelen kunnen stuk voor stuk, maar ook gecombineerd, worden ingezet om de koopkracht van mensen met lage inkomens te versterken zonder dat de loonkosten voor werkgevers direct omhoog gaan. Ze zijn specifiek af te stemmen op doelgroepen en situaties, maar vereisen een zorgvuldige afweging in effectiviteit en uitvoerbaarheid.

Verlaging van de Aof-premie

MKB-Nederland wijst op de mogelijkheid om werkgeverslasten te verlagen via een verlaging van de Aof-premie (Arbeidsongeschiktheidsfonds). Dit is een maatregel die de regering al heeft benut als onderdeel van een pakket maatregelen voor het midden- en kleinbedrijf 2.

  • Gedifferentieerde Aof-premie: De regering heeft een gedifferentieerde Aof-premie geïntroduceerd, waarbij kleine werkgevers een verlaging van ongeveer 1,0 procentpunt krijgen. Dit resulteert in een tegemoetkoming van €450 miljoen per jaar voor kleine werkgevers.

  • Financiering en lastenverlichting: De verlaging voor kleine werkgevers wordt deels gefinancierd door een verhoging van de Aof-premie voor grotere werkgevers, wat resulteert in een netto lastenverlichting van €200 miljoen per jaar voor het bedrijfsleven.

  • Onderdeel van breder pakket: Deze maatregel maakt deel uit van een breder pakket van €500 miljoen aan ondersteuning voor het midden- en kleinbedrijf, met als doel de loonkosten te verlagen en uiteindelijk hogere lonen voor werknemers te faciliteren.

Een complex evenwicht

De stijging van het minimumloon in 2025 zet de Nederlandse arbeidsmarkt en economie op scherp. Hoewel de maatregel bedoeld is om de koopkracht van werknemers te vergroten, brengt het ook uitdagingen met zich mee voor werkgevers, vooral in het mkb en arbeidsintensieve sectoren.

De zoektocht naar balans tussen een eerlijk loon en de financiële draagkracht van ondernemers blijft actueel. Met alternatieven zoals gerichte belastingverlagingen, aanpassingen in toeslagen of compenserende maatregelen voor werkgevers wordt geprobeerd een middenweg te vinden.

Dit debat benadrukt de complexiteit van arbeidsmarktbeleid in een veranderende economie. Het is een evenwichtsoefening waarbij de belangen van werknemers, werkgevers én de bredere economische impact zorgvuldig tegen elkaar moeten worden afgewogen.

Met 2025 in zicht zal deze discussie onverminderd voortduren. Wij houden ontwikkelingen dan ook nauw in de gaten om onze klanten en kandidaten zo goed mogelijk te kunnen adviseren en te ondersteunen in het maken van een passende match.